Angeles en Mount Pinatubo

We lopen vanaf ons resort in Sabang het strand op, daar staat een tafeltje op het zand waar je kaartjes voor de boot kan kopen. Er vaart een platte roeiboot tussen het strand en de grotere boot heen en weer om mensen en hun bagage te transporteren. Altijd een beetje eng of je wel droog overkomt, maar de Fillipijnen hebben allemaal zeebenen en engelengeduld met diegene die dat niet hebben. Iedereen wordt netjes aan boord geholpen. Een uur later zijn we rerug in Batangas en pakken we de twee uur lang durende bus richting Manila. Inmiddels is het lunchtijd, maar in de Fillipijnen hoeven we ons geen zorgen te maken over eten. Fillipijnen eten overal en de hele dag, en jahoor, we zijn nog geen kwartier op de bus of er stappen meerdere verkopers op bij een kruispunt. We kunnen kiezen uit vers geroosterde pinda's, chips, koekjes, water, kokostaart en hamburgers. Voor 80 cent kopen we twee hamburgers. De rit vliegt voorbij en als we in Manila zijn nemen we een taxi naar het busstation dat naar het noorden van Luzon rijdt, Victory Liners, een van de grootste busmaatschappijen op Luzon. We willen terug naar de stad Angeles, waar we geland zijn met het vliegtuig, omdat daar in de buurt een beklimbare vulkaan is; mount Pinatubo.

De busrit duurt nog eens twee uur en we stappen uit bij het kleine dorpje Dawau, op steenworp afstand van Angeles, en nemen een tricycle door naar een van de vele pensions. Helaas zitten ze allemaal vol, zelfs na een rondje bellen kunnen we niks vinden, we hebben geen andere keuze dan in een duur hotel een kamer voor 40 euro te nemen, meer dan ons dagbudget, dat is even balen. Vlak bij Angeles ligt een militaire basis, en alle Amerikanen komen hier om uit te gaan. Maar er zijn zoveel pensions en hotels dat we nooit gedacht hadden dat die allemaal vol zouden zitten. We besluiten daarom aan het eind van de volgende dag meteen de bus te nemen naar onze volgende bestemming en zo het geld voor de tweede nacht in de dure kamer te besparen. We gaan gauw naar de dichtstbijzijnde bank om een aanbetaling te doen voor onze vulkaantour, want anders krijgen we geen instructies over hoe en waar we naar het meetingpoint moeten komen.

Nog geen uur na de geldstorting worden we gebeld door Julieta, de eigenaresse van het tourbureau, we moeten heel vroeg op en nog een half uur met de bus naar een klein stadje dat Capas heet, we spreken daar af bij het gemeentehuis. Om kwart voor vijf gaat de volgende ochtend de wekker, we vragen ons even af waarvoor we ook alweer zo vroeg opstonden, maar pakken gauw onze tas in. We checken uit en eten snel ontbijt (we hebben iemand zo gek gekregen om voor ons om vijf uur 's ochtends eieren met worstjes te maken

Laughing
) en we mogen onze tassen gelukkig in het hotel laten staan.

In Capas zien we naast het gemeentehuis twee jeeps staan en dat is onze tour, er komt nog een Fillipijnse vrouw mee, een groot Fillipijns gezin inclusief nanny en een Australisch gezin. Wachtend op de andere mensen realiseerd Michiel, als hij de eerste foto wil nemen, dat er geen geheugenkaartje in de camera zit. De winkels zijn nog niet open dus we kunnen er ook geen nieuwe kopen, we balen als eens stekker. Gaan we naar een waanzinnig mooie vulkaan, kunnen we geen foto's nemen.

We rijden in de jeep mee naar het begin van het park waar alle vergunningen geregeld moeten worden. Er is in het nationale park waar de vulkaan ligt, ook een Fillipijnse militaire luchtbasis, en de Amerikanen die vlakbij gestationeerd zijn gaan vanaf de volgende dag allerlei oefeningen met vliegtuigen en raketten doen op hetzelfde terrein. Er wordt vlakbij een kamp opgezet voor de tienduizend (!) soldaten die mee gaan doen aan de oefeningen en er moeten dus extra papieren geregeld worden om langs het kamp en door het oefenterrein te mogen rijden. Een uur of twee na aankomst bij het meetingpoint gaan we dan eindelijk onderweg, ongeveer 1,5 uur offroad, door het as (lahar) van de vulkaan.

We rijden eerst door een dorpje waar de Aeta wonen, de oorspronkelijke bevolkingsgroep van deze regio. Dan gaan we bijna 90 graden dwars over een dam en dan over een grote vlakte met as, hobbel de bobbel achter in de jeep ons vasthoudend aan het stalen frame. De vulkaan Pinatubo is in 1991 voor het laatst uitgebarsten en heeft toen het hele dorp en de stad Capas ernaast bedolven onder meters hoge lagen as. Overal langs de vlakte zie je hoge bergen /heuvels van as. In onze jeep zit een Filllipijn die coordinator is van de tour en hij vertelt ons de hele weg over de omgeving en neemt overal foto's van ons met zijn filmcamera zodat we toch nog wat foto's hebben.

Aan het eind van de vlakte beginnen er bergen en moeten de jeeps stoppen om een voor een de bergen in te rijden, we zien in een andere jeep twee Fillipijnse jongens met een Nikon camera's en besluiten de stoute schoenen aan te trekken. En jahoor, ze hebben een geheugenkaartje over en mogen die gebruiken, we zijn helemaal gelukkig. Toch nog een paar foto's - we moeten onze camera wel aanpassen om kleinere foto's te nemen, anders is het na 3 foto's afgelopen.

Als we de eerste berg op rijden verteld onze gids dat er in augustus 2009 hier vier Fransen en een Fillipijn zijn omgekomen; ze zijn tijdens het regenseizoen de rit gaan maken en toen is er een aardverschuiving geweest die ze het ravijn in heeft gesleurd. Leuk om dat te horen terwijl je er langs rijd, maar gelukkig is het nu het droge seizoen en dus weinig kans op aardverschuivingen. We rijden langs een soort hutjes van bananenbladeren en de gids verteld dat daar de Aeta wonen, de Aeta hebben een veel donkerdere huidskleur dan de gemiddelde Fillipijn en zien eruit als een soort aboriginals (vooral het 'kapsel'). Ze leven ver onder de armoedegrens en verzamelen rond de krater bananen en bananen-bloesem om dit voor een schijntje te verkopen aan handelaren in de grote steden. De Aeta zitten permanent onder het stof, zijn gekleed in vodden en lopen bijna allemaal op blote voeten, maar ze zijn allemaal even vrolijk en zwaaien uitbundig naar ons. Mer vraagt zich af waar deze mensen verblijven tijdens het regenseizoen, dan komt de moeson en veel tornado's, de gids verteld dat ze in de dezelfde gammele hutjes wonen en zichzelf alleen beschermen door meer banenenbladeren op de hutjes te leggen, ongelovelijk. Ook erg sneu, want de touroperators verdienen bakken met geld aan de toeristen die de vulkaan bezoeken op het land waar deze bevolkingsgroep al eeuwen woont (indertijd de bergen ingevlucht voor de Spanjaarden in 1500), en ze verdienen er geen cent aan. Maar onze gids verteld dat de touroperators samen een programma aan het opzetten zijn om de Aeta financieel te steunen en te laten delen in het verdiende geld.

De klim naar het kratermeer bovenop de vulkaan zou volgens beschrijvingen op het internet zo'n drie uur duren, maar het blijkt nu dat de jeeps ons drie kwartier lopen voor de krater afzetten. Als we aan het pad beginnen zijn we er een kwartiertje later, weinig trekken dus maar het kratermeer is fantastisch mooi. De uitbarsting van 1991 heeft voor dit meer gezorgd, eerst was het meer te heet (40 graden) en zuur om in te zwemmen maar over de jaren heen heeft de regen het water zo verdunt dat het nu is afgekoelt naar 26 graden en het heerlijk is om in te zwemmen.

We zijn onderweg al meerdere keren gewaarschuwd dat de tourorganisatie het geen goed idee vind dat we gaan zwemmen en ze willen dat we vlindertjes om onze armen gaan doen omdat er in het verleden mensen die niet konden zwemmen zijn verdronken. Ze zijn er heel panisch over (met bordjes 'het is onbekend hoe diep de krater is', wat dat met zwemvaardigheid te maken heeft is onduidelijk) maar we leggen uit dat je in Nederland verplicht leert zwemmen op de basisschool en we ook duiken dus dat we echt niet gaan verdrinken.

Er wordt aan de rand van het water een tent opgezet om onze spullen te beschermen tegen de zon en we gaan gauw het azuurblauwe meer in, het is sprookjesachtig mooi. Na wat poedelen horen we opeens een helikoptergeluid en komt er een helikopter de krater in vliegen en na wat stunts vliegt hij weer weg, echt raar, ben je in zo'n mooi natuurgebied en komen de militairen oefeningen doen boven je hoofd. We blijven een paar uur bij de krater, de lunch is rijst met gebakken vis en kip met een mango toe. We zonnen en lezen een boek en dan is het alweer tijd om de anderhalf uur durende tocht over de onverharde weg door stof weer terug te rijden.

Reacties

Reacties

koen van loon

stuur eens iets nutugs naar internet

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!