Pulau Weh; witte zandstranden, wuifende palmbomen en een azuurblauwe zee

De reis van Bukit Lawang begint met een becak (gemotoriseerde taxi) naar het busstation, van daar een minibusje naar Binjai. De minibus vertrekt bijna leeg en rijdt vrij snel, maar al snel rijden we stapvoets om meer passagiers op te pikken. Het minibusje waar in Nederland acht mensen in zouden hebben gepast zit na een uur vol met 18 mensen, waarvan een aantal op het dak zitten en aan de zijkant van de bus hangen. We zitten twee uur lang als garnalen in een ton en de buschauffeur kan amper bij de rem en hangt half uit het raam. Hij vind het erg leuk om zo eng mogelijk in te halen en vaak moet hij zijn arm snel naar binnen trekken om niet geraakt te worden door een tegenligger, bij iedere inhaalmaneuvre heeft hij een koor van gillende vrouwen achter en naast hem in de bus.

We zijn blij als we in Binjai kunnen uitstappen, dit is een stad een uur voor Medan. Alle toeristen worden vanuit Bukit Lawang helemaal naar Medan gestuurd voor de hoofdprijs, maar wij hebben van onze gezellige Indonesische jongens bij het laatste guesthouse het advies gekregen om in Binjai de nachtbus te pakken vanaf het busstation. Dat scheelt een uur op en neer naar Medan. Het is best een beetje spannend want alle touroperators zeggen dat deze route niet klopt, en weigeren ons zelfs buskaartjes te verkopen. Sterker nog, het stadje Binjai staat niet op de kaart van onze reisgids. Opik (die ons de sluiproute heeft uitgelegd) heeft familie in Bandah Aceh en maakt de rit twee keer per maand, en hij heeft zijn telefoonnummer aan ons gegeven, mochten we vast komen te zitten dus we vertrouwen hem en gaan het toch gewoon proberen.

Opik heeft ons uitgelegt dat de eerste nachtbussen vanaf zeven uur door Binjai rijden, maar als we nog geen vijf minuten door de stad lopen rond een uur of zes, komt er een nachtbus voorbij en springt er een man uit die keihard begint te roepen, Bandah Aceh, Bandah Aceh...... Eigenlijk hadden we nog avondeten willen eten, maar we zijn erg opgelucht dat Opik's route klopt en stappen onder luid applaus de bus op. We zijn de enige toeristen op de bus en kunnen voor een schijntje twee buskaartjes kopen. Het enige wat we niet weten is of de bus nog ergens stopt voor avondeten en de mensen rondom ons heen spreken niet genoeg Engels om ons te begrijpen.

Als er een man de bus in rent om snoep te verkopen kopen we gauw een rol Dodol (een soort toffee gemaakt van rijst en palmsuiker), dan hebben we in ieder geval wat te eten. Het is zo lekker dat Mer gauw naar voren loopt om nog meer te kopen voordat de verkoper de bus weer afspringt, iedereen moet hard lachen om ons, inclusief de chauffeur. Het wordt zeven, acht uur en we stoppen nergens, gelukkig hebben we achter in de bus wel een toilet gevonden voor de 13 uur durende rit. Om tien uur stoppen we ergens langs de kant van de weg en we worden door meerdere mensen erop geattendeerd dat we gaan eten. Een man maakt van de stop gebruik om bij ons te komen zitten voor een praatje, maar nog geen minuut later wordt hij door een woedende vrouw uit de bus gehaald. Ze vond het geloof ik iets minder geslaagd dat hij met ons aan het kletsen was.
De chauffeur van de bus spreekt ons in vloeiend Engels aan, hij wil ons helpen met het bestellen van eten en een praatje maken. In Indonesie hebben we eigenlijk nooit hulp nodig met eten - door Mer's moeders familie zijn we met alle gerechten bekend en spreken we ook genoeg Indonesisch om eten te bestellen, maar hij is zo aardig dat we hem maar zijn gang laten gaan. Hij komt elke paar minuten checken of we het lekker vinden en of we nog meer willen, zo'n service hebben we nog niet gehad op onze reis, laat staan van een buschauffeur.

Na het eten proberen we te slapen, de stoelen zijn niet echt comfortabel, maar we hebben wel elk een deken gekregen. We vallen af en aan in slaap en om half zeven 's ochtends komen we op het busstation van Bandah Aceh aan. We worden overspoeld door taxi- en becak chauffeurs, maar we zijn zo gebroken dat we eerst een kopje koffie gaan drinken. Er komen hier maar weinig toeristen want er staat zo'n twintig man toe te kijken hoe we op een terrasje gaan zitten en koffie bestellen.

Na een flinke onderhandeling neemt een becakchauffeur ons mee naar de stad om te pinnen, want het eiland waar we naar toe willen heeft een pinautomaat waar we met onze Europese pinpassen waarschijnlijk niet kunnen pinnen. Onze becakchauffeur is een portret, hij spreekt geen woord Engels, dus een zakenman op het terrasje heeft de geldonderhandelingen met ons voor hem vertaald. Hij is op leeftijd, komt tot ongeveer ons middel met zijn 1.40m, heeft een leren jack aan en een belachelijk grote helm op zijn hoofd. Het moet er niet uitzien, hij op zijn motor, en twee van die grote witte toeristen in zijn zijspan.

Als we bij de zoveelste bank stoppen om te proberen te pinnen (de meeste banken accepteren alleen Indonesische pinpassen) begint hij in het Indonesisch tegen Mer te kletsen. Zodra Mer in haar vloeiende Indonesisch antwoord dat we uit Belanda komen begint hij hard te juichen, en krijgt ze een stortvloed aan Indonesisch over haar heen. Hij is ons Nederlanders erg dankbaar, bijna heel Bandah Aceh is na de tsunami herbouwd met Nederlands geld, of tenminste dat denken we dat hij zegt.
Hij rijdt ons langs het tsunami museum, ook gebouwd met Nederlands geld, en door naar de haven. Het is een onwerkelijke stad, ongeveer 95% van de gebouwen en huizen zijn nieuw, overal ademt de stad de verschrikkingen van de tsunami uit. De gebouwen die er nog wel staan, zijn vervallen, de ramen kapot en de ravage van de tsunami is nog duidelijk te zien. Als je niet van de tsunami zou weten zou je zeggen dat het een welvarende stad is, maar de gruwelijk waarheid kennende lopen de rillingen over je rug. De oude haven is er niet meer, en er is een nieuwe haven gebouwd in een dorpje vlak bij, Uleh Leh. Ook hier is niks over van de oude bebouwing, het is helemaal kaal en er wordt hard gewerkt om nieuwe palmboompjes zo snel mogelijk groot te krijgen om de kale vlakte wat invulling te geven. Als uitkijken over de spiegelgladde zee is het niet voor te stellen wat er zich hier twee jaar eerder heeft afgespeeld.

We zijn rond een uur of zeven bij de haven en de boot gaat pas om half tien, dus we gaan eerst ontbijten, Mie goreng met mierzoete koffie. Tegen de tijd dat we klaar zijn met ontbijt is het loket voor de kaartjes open, en kopen twee kaartjes voor de snelle boot die ons in een uur naar Pulau Weh zal gaan brengen.
Terwijl we wachten zien een grote groep Indonesiers ademloos naar twee toeristen kijken, ze zijn midden in de haven yoga aan het doen op sarongs die ze op de grond hebben gelegt. Iedereen zit ons vragend aan te kijken en sommige mensen spreken ons er zelfs op aan. We schamen ons de oren uit de kop en lachen mee met de Indonesiers totdat een security vrouw de twee mannen vraagt zo snel mogelijk op te staan en normaal te doen.
We voelen de bui al hangen, en ja hoor, als we in Pulau Weh in onze taxirit naar ons guesthouse stappen zegt hij dat er nog twee mannen meegaan. De twee rare yogasnuiters, maar ze willen eerst nog ontbijten. We balen als een stekker, we zijn al twintig uur aan het reizen en die mannen hadden alle tijd om in Bandah Aceh te ontbijten, in plaats van een rare show te geven. Nu dat we nog maar een uurtje van ons guesthouse verwijderd zijn lopen we vertraging op. Er zit niks anders op dan te wachten, want alle andere taxi's zijn inmiddels weg.

Al wachtend bij de auto worden we aangesproken door een oude man, als hij hoort dat we uit Belanda komen begint hij allerlei Nederlandse voetballers op te noemen en wil hij dat we mee komen naar zijn huis. We weten niet waar dat is dus blijven we staan, hij komt enkele minuten later terug gewikkeld in een Nederlandse vlag (met het Palm logo erop) en het Wilhelmus luid zingend. We zijn doodmoe, maar krijgen de slappe lach, hij heeft ook nog een pen met het uitzendschema op TV, prullaria van de laatste kampioenschappen - schatten in zijn ogen. Ook de taxi chauffeur komt erbij staan om over voetbal te praten, het is niet Michiel's land qua praatjes, overal wil iedereen met hem praten over de laatste kampioenschappen en de aankomende. Gelukkig babbelt Mer nog een woordje voetbal om een beetje te compenseren.

En dan gaan we eindelijk weg, het is een uur rijden over slingerweggetjes met vergezichten over een azuurblauwe zee, wow, dit voelt als een paradijs. Eenmaal aangekomen bij het strand met accomodaties halen we de naam tevoorschijn van de vriend van Opik die hier een guesthouse runt genaamd Yuulia's. Het is het laatste guesthouse, ongeveer anderhalve kilometer lopen over een paar rotsen langs de zee. Als we aankomen is een ander stel ons net voor en zitten ze vol. Als we zeggen dat we door Opik gestuurd zijn worden we door iedereen hartelijk gegroet, beginnen ze allemaal keihard te lachen en komt er meteen een gitaar te voorschijn om ons welkom te heten. Het liedje heet toepasselijk 'welcome in my paradise', we voelen ons helemaal thuis.
We drinken een blikje leeg maar de kamer die misschien leeg zou komen blijkt pas een dag later leeg te zijn. Balen, de jongens blijven hun excuses maar aanbieden, we geven ze ons Indonesische telefoonnummer en spreken af dat ze meteen bellen als er de volgende dag een kamer vrij komt. We gaan naar de buren, maar die vragen 20 euro voor een simpel houten hutje zonder douche en toilet. Alles is hier zo simpel, maar daarom ook maar 3,5 tot 4 euro per nacht. Die 20 euro is bespottelijk.

We lopen weer door naar het volgende guesthouse, daar hebben ze wel een kamer. Maar als we eenmaal goed en wel gesettled zijn blijkt het niet zo'n goede keus. Het bed is een matras op de grond, de muren zijn gemaakt van tientallen soorten schroothout en de veranda voor het huisje is ook gemaakt van resten hout die doorzakken als je er op loopt. Het hutje staat zo'n drie meter boven de grond dus op zijn minst gezegd eng als je erop loopt. Maar dan komt het ergste, de wc achter het huisje heeft geen deur en is een stinkend gat in de grond, en er vliegen tientallen muggen. De douche is een mandi (Indonesisch voor een grote bak met water waar je met een plastic pannetje water mee over jezelf schept). Ook hier zit geen deur in, het stinkt er en de buren kunnen zo naar binnen kijken.

We vluchten het hutje uit en gaan gauw kijken of we nog mee kunnen met de middagduik, de school is helemaal leeg behalve zo te zien de eigenaar. We vullen de standaard disclaimers in, laten onze diploma's zien en passen pakken, flippers, gewichten en vesten. Jippie, een uur later moeten we terug zijn en mogen we mee.

De eigenaren van het guesthouse zijn de hele dag niet te vinden, als we 's avonds honger hebben gaan we naar het donkere restaurant, daar zitten een man en vrouw. We mogen vertellen wat we willen eten en ze serveren zelfs bier (bier is illegaal in de provincie Aceh omdat hier de Islamistische wetten gelden). Langzaam druppelen er van overal mensen het restaurant binnen. We raken aan de praat met een Amerikaanse jongen die boswachter is een staatspark, hij heeft een hele andere kijk op het leven en Amerika dan de gemiddelde Amerikaan en raken al gauw diep in discussie met hem. We ontmoeten ook nog een Zwitser met een Thaise vrouw die de al twintig jaar duiken en de hele wereld gezien heeft. Hij heeft een eigen binnenhuis architecteur bedrijf in Zwitserland en Italie en kan zo elk jaar een aantal maanden de wereld rondreizen. We wisselen tips uit over waar we gedoken hebben en de afgelopen tijd gereist hebben. Het is een ontzettend gezellige avond.

De volgende ochtend na onze eerste duik vinden we een berichtje op onze telefoon dat we kamer hebben bij Yuulia's, jippie, we pakken gauw onze spullen in en verhuizen naar een simpel maar mooi hutje op houten palen met buiten een grote veranda met hangmat. Het huisje staat direct aan de zee, wow. De douche en toilet zijn hetzelfde, maar dan netjes en schoon, we betalen hetzelfde voor de kamer maar krijgen 10 keer meer.

Die middag en de dagen erna duiken we ieder negen keer, hier zijn de highlights:

  • We zien drie cuttlefish (een inktvis die achteruit zwemt en over de bodem lijkt te zweven), je komt ze als duiker niet vaak tegen en ze zijn ontzettend leuk omdat ze hun kleur kunnen aanpassen aan hun omgeving.
  • We zien op een andere duik zes bumphead parrotfish (een reuzesoort papegaaivis van ongeveer anderhalve meter in lengte en een driekwart meter hoog met een grote bubbel op hun hoofd), ook vrij zeldzaam en zeker in zo'n grote groep. We zijn ze op andere duiken twee keer eerder tegen gekomen maar dan maar 1 of 2 tegelijk. Deze vissen, bijna te groot om vis te heten, zijn gigantisch, maar ondanks hun omvang glijden ze elegant door het water. Ze zwommen een rondje rond ons en kwamen op een gegeven moment een voor een langs ons zwemmen, wow!
  • Tijdens een duik waren we op een meter of 20 en Marilyn zag in de diepte iets bewegen. Het duurde erg lang om te kunnen zien wat het was dus iedereen zwom door. Maar Marilyn bleef geduldig wachten, en dat was het waard, wat ze zag waren de witte flippers van een flinke schildpad, deze zwom langzaam omhoog en zo langs Mer en de ander duikers, wow, wow, wow.
  • Alle vis op de duiksites was zo groot en in zulke grote getallen, maar het indrukwekkendste aan grote waren toch wel de moray's (een reuze aal). In andere landen waren die een meter of 1,5, met een diameter van 5 cm en op een duik zie je er regelmatig wel drie of vier. Maar op Pulau Weh hebben ze een doorsnee van 40 cm en een lengte van 2,5 meter en op sommige duiken zagen we er wel 10 stuks per vierkante meter.
  • Aan het begin van een duik zwom Mer om een tafelkoraal heen om eronder te kijken, toen ze de onderkant van het koraal ineens zag veranderen in de kleur van de mouw van haar felgele duikpak. Er zat een inktvis onder de zich aan paste aan zijn omgeving om niet op te vallen, zo grappig.
  • Op onze mooiste duik zagen we twee scholen barracuda's, gewone en geel gestreepte. Barracuda's hebben altijd een hele gemene blik in hun ogen en staan er om bekend af en toe duikers aan te vallen als ze een reflextie van licht in een duikbril zien of in juwelen. Prachtig maar dus een beetje uitkijken.
  • Vervolgens zagen we een gigantisch schaduw in het water van een meter of twintig bij twintig, het zicht was erg slecht door het plankton in het water. Dus zagen we pas toen we op een paar meter afstand waren dat het een school van duizend jacks waren (zilverkleurige vissen van een cm of 35). Ze zwemmen in trechtervorm en om mensen heen, ademloos toekijken dus.
  • En de kers op de taart was een Leopard haai die lag te slapen op de zeebodem. Deze hadden we in al onze duiken nog maar 1 keer eerder gezien, ver in de verte, nu konden we een paar meter boven de haai hangen en rustig de tijd nemen om hem / haar te bekijken. We waren met meerdere groepjes duikers, maar alleen ons groepje heeft hem gezien en we waren (inclusief onze Indonesische duikgids) dagen erna nog helemaal onder de indruk. Het is redelijk uitzonderlijk een Leopard haai te zien, en helemaal slapend zodat je hem minuten lang kan bekijken.

En net als bij bijna alle duikscholen hebben we weer een hoop leuke mensen ontmoet. Onze Indonesische duikgids was niet alleen geduldig, goed, grappig, maar liet ons ook vaak langer duiken omdat ons niveau hoger was dan andere mensen in de groep. En hij was elke duik net zo enthousiast over wat we gezien hadden als wij, terwijl hij al zeven jaar op dezelfde plekken dook. We hebben hebben aan het eind van de week zo hartelijk bedankt dat hij er helemaal van ging blozen.
En van de klanten springt een Brits stel er boven uit, niet te geloven, maar na veel kletsen kwamen we erachter dat de vrouw de nicht is van een Brits stel die een guesthouse runnen in de Fillipijnen. Een en hetzelfde guesthouse waar we vorig jaar een week zijn verbleven en hebben gedoken. We konden het alle vier niet geloven, wat een toeval.

Het personeel bij Yuulia's is 1 brok gezelligheid, elke avond komt er een gitaar te voorschijn en wordt er gespeeld en (een beetje vals) gezongen. Het eten is verrukkelijk en we hebben veel lol kletsend met Pino en zijn personeel en met potjes kaarten spelen. We ontmoeten halverwege de week een Ier, Doghan McShane, ierser kan niet. Hij woonde in Australie en reist nu al een paar maanden rond Europa en Azie. Hij is alles wat je van een Ier verwacht, gezellig, eindeloze grapjes, en heel veel sterke verhalen. We kletsen uren met hem bij het ontbijt, lunch en diner en overtuigen hem weer eens te gaan duiken. Hij heeft het al jaren niet meer gedaan, maar raakt enthousiast door onze verhalen, en vind het gelukkig geweldig.

Jammer dat we al een uitgaand ticket hebben moet kopen om met Air Asia te mogen vliegen anders hadden we misschien nog wat langer gebleven. De laatste middag besluiten we de duik over te slaan omdat we 18 uur uur tussen de laatste duik en onze vlucht moeten hebben om geen gezondheidsproblemen te krijgen. We gaan snorkelen op het rif voor ons guesthouse, het is prachtig, het koraal is waanzinnig mooi en we zien allerlei soorten vis. Na het snorkelen pakken we onze backpacks in en hangen in de hangmat en kijken terug op de afgelopen drie weken in Sumatra. We zijn alleen maar postief, de mensen hebben speciaal plekje in ons hart veroverd, want we hebben ons overal zo ontzettend welkom gevoeld. De natuur heeft ons overweldigd, we wisten niet dat er nog zoveel natuur was, maar de palmolie plantages hebben ons ook flink aan het schrikken gemaakt.

Aan de ene kant hoop je dat er niet veel meer toeristen Sumatra ontdekken en het zo puur blijft als het nu is, maar aan de andere kant zou je willen dat iedereen Sumatra bezoekt en zo hard geconfronteerd wordt met de waarheid: je zeepje thuis kost een half oerwoud.

Reacties

Reacties

Danielle

Klinkt erg gezellig allemaal!! Had die man in z'n Nederlandse vlag wel op de foto willen zien ;)

sebas

wow wat een foto's van die vissen! geweldig... hebben jullie een aparte onderwater camera? vooral die enorme inktvis is erg indrukwekkend.

Danielle

de onderwater foto's hebben ze van het internet afgeplukt ter illustratie ;)

mir en mer

Nee, helaas, we hebben geen onderwatercamera, deze foto's zijn " geleend" ;-)

Astrid

Wat is de wereld onder water toch geweldig.
Je krijgt er op deze manier wel een goed beeld van.
Goh, wat een gezellige mensen toch, jullie genieten echt wel en treffen het goed.

Jeannette en Jorgen

Dank jullie wel voor weer een geweldig verslag! Echt genieten voor ons in Nederland hoor!

WSPA

Sorry hier moeten even op reageren: DIT KAN ECHT NIET. zwaar decadent, wij zitten hier allemaal te zuchten en te zwijmelen bij deze beelden en willen ons werk nu neerleggen.

We gunnen het je uiteraard zeer, maar onszelf ook hahaha :P

Groetjes je collega's in het koude, natte kikkerland.

Je weet wel Sabine, Martijn, Leonie (die nu haar charmante regenbroek aantrekt om naar buiten te gaan), Sandra, Dirkjan, Francien

Heijdy

Had nog een mooi logeer adres geweten op Pulau Weh
maar helaas zijn jullie er al weer weg.
Wel een mooi blog trouwens.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!