Eindstop Hanoi

Het is sinds we Nha Trang hebben verlaten steeds kouder en regenachtiger geworden. We leven continue in onze windjacks en in Ninh Binh was het 's nachts zo koud dat Mer in haar thermo ondergoed sliep. Helaas hebben we ook maar 1 setje warme kleren mee omdat het overal zomer zou zijn. We willen nog naar Hanoi, Halong Bay en Sapa, maar het slechte weer begint ons een beetje op te breken, we worden er alle twee niet vrolijker van.

We checken dus maar vlug de weer berichten voor onze laatste drie bestemmingen. In Sapa vriest het flink 's nachts en overdag is het slechts 0 graden Celcius, helaas maar dat valt dus af. Hanoi en Halong Bay voorspellen alleen maar regen en een graad of 17. We moeten toch naar Hanoi om het land te verlaten dus we besluiten onderweg te gaan.
Op weg naar het busstation zien we op straat een bus rijden met een bordje Hanoi erop, Michiel houd de bus aan. Dat scheelt weer lopen, de hele bus zit naar ons te staren en de buschauffeur kan zijn ogen niet van ons afhouden via zijn spiegels. Doodeng, want hij rijd als een maniak. Hij rijdt dwars over gigantische gaten in de weg en haalt iedereen in, of gaat gewoon op de vluchtstrook rijden waar stalletjes staan die bijna omver geduwd worden. We houden ons hart vast en proberen niet te veel vooruit te kijken naar al het verkeer dat we iedere keer op een haar na missen. De rit zou twee en een half uur duren, maar na een uur zijn we er al.

Als we het busstation binnen rijden springen er tientallen motor- en taxi-chauffeurs op de bus die ritjes zoeken, ze beginnen aan onze armen te trekken. We krijgen niet eens de kans om normaal de bus uit te stappen en worden omringt door een man of tien die ons allemaal mee willen nemen. We worden zo gek van alle mannen die aan ons trekken en duwen dat we gauw het busstation inlopen, maar zelfs daar volgen ze ons.
Ze noemen belachelijk hoge prijzen om ons een paar kilometer naar het centrum te brengen, en we zijn ze snel zat en gaan naar de ticketloketten om te kijken of we niet een lokale bus kunnen nemen naar het centrum. We vinden na wat zoeken een mevrouw die een paar woorden Engels spreekt en ons duidelijk maakt met gebarentaal dat we bus acht moeten hebben. We speuren het station af maar kunnen geen halte voor bus acht vinden. De motorchauffeurs blijven ons volgen en noemen steeds hogere prijzen en wijzen ons iedere keer naar een andere plek.
Gelukkig komt er een broodjesverkoopster die de motorchauffeur wegduwt en met een pen op haar hand een acht schrijft, daarna brengt ze ons naar de plek waar de bus stopt. Het is bij de uitgang van het station, er staat geen bord en het stinkt er verschrikkelijk naar urine. Maar dan zien we ineens bus acht komen, alleen rijdt die net zo hard langs ons heen. Misschien vol? Als de tweede komt staan er twee Vietnamezen met ons te wachten, maar ook nu rijd de bus door. Bij de derde komen we er pas achter dat dit geen officiele halte is, die is ongeveer 150 meter lopen buiten het busstation. Dus gaan we daarheen. Iedereen kijkt zijn ogen uit als we naar de halte lopen.

Jippie, de bus stopt, we gaan naar binnen en worden door een arrogante kaartjesverkoper naar stoelen geblaft, hij begint grapjes te maken in het Vietnamees en de hele bus begint om ons te lachen. Maar hij spreekt wel redelijk Engels en snapt waar we naartoe moeten. Voor een paar cent rijden we naar het centrum en waarschuwt hij ons netjes een halte van te voren om ons backpacks te pakken.
Het oude centrum van Hanoi is een wirwar van straten en we moeten goed zoeken naar de guesthouses, gelukkig heeft de eerste nog een kamer in een bijgebouwtje dat gedeeld wordt met een Vietnameze familie. Eerst een smalle gang door en dan vier trappen omhoog, daar is weer een smalle gang met twee kamers/slaapzalen voor backpackers zonder geld en een kamertjes aan het einde van de gang. We hebben een eigen douche, en delen de toilet met de slaapzaaltjes.

Gelukkig is het redelijk weer, bewolkt maar wel warm, en we besluiten ons visum te laten verlengen om naar Halong Bay te kunnen gaan na Hanoi. We leveren meteen ons paspoorten in voor de verlenging en gaan de stad verkennen.

Helaas iets te vroeg gejuigt want de volgende dag worden we wakker met een typisch Aziatische hoosbui die nog ruim twee dagen non-stop zal duren. De eerste dag zitten we vooral binnen in de kamer en gaan 's avonds naar de film.

De tweede dag gaan we toch maar op pad, met poncho's aan. We gaan naar het theater waar in het water shows worden gegeven met waterpoppen, de acteurs zijn verstopt achter een muurtje en staan in een grote bak met water tot hun middel. Ze hebben in elke hand een stok die onder de muur doorsteekt, aan het eind zit een waterpop (die varieren van kleine eendjes tot 15 kilo wegende boten met bewegende poppen erin) die ze kunnen laten bewegen door aan de stokken te trekken en te duwen. We hebben kaartjes voor de allerlaatste show, die avond en dagen erna is alles uitverkocht. Dat is geluk hebben, want het is erg indrukwekkend. Er worden allerlei scenes van het dagelijkse Vietnamese leven uitgebeeld onder begeleiding van een orkest geheel gekleed in traditionele kledij en met Vietnamese instrumenten.
Na de show proberen we nog wat te ondernemen, maar we zijn doorweekt en koud, dus gaan terug naar het guesthouse om warm te douchen en gauw tickets te boeken naar een andere bestemming want de vooruitzichten zijn dat het nog een week blijft regenen. Ook hebben we van mensen gehoord over hun bezoek aan Halong Bay in de regen, en dat was meer bikkelen dan genieten van de mooie baaien. De vliegticket-prijzen zijn gigantisch gestegen, maar we willen niet nog een week hier wachten op mooi weer, dus boeken we toch twee tickets naar Ho Chi Minh city, en een vervolgvlucht naar Jakarta.
We hadden eigenlijk gepland om via Kuala Lumpur naar Banda Aceh te vliegen in het noordelijkste puntje van Sumatra. Maar het bleek dat je daar geen visum bij aankomst kan krijgen, en de ambassade van Indonesie in Hanoi wil ons geen visum vooraf geven zonder toestemming van de lokale overheid in Banda Aceh. En hoe we die toestemming moeten krijgen willen ze ons niet toelichten. Dus vliegen we via Jakarta, waar we wel een visum bij aankomst kunnen kopen en dan door naar Sumatra.
We kunnen voor het laatste stukje alleen geen ticket kopen, maar gaan er vanuit dat dat op het vliegveld van Jakarta wel moet lukken.

Een ding staat er nog wel op ons lijstje in Hanoi en dat is het Mausoleum van Ho Chi Minh, dus de volgende dag gaaan we op pad, gewapend met poncho's en jassen. Gelukkig is de regen nu veranderd in miezeren en kunnen we overdekt wachten op onze beurt om het mausoleum te betreden. Overal staan wachters in strakke witte uniforms, met regenpakken erover heen iedereen in goede banen te lijden. Als we het mausoleum binnen lopen is het doodstil, we worden via een kille, kale gang een trap op en af geleid naar een donkere hoge graftombe. Daar staan allemaal wachters rond een grote glaze kubus waar Ho Chi Minh inlicht. De sfeer is ongelovelijk droevig en formeel, de verlichting is minimaal en je loopt in een lange rij rond de kist. Zoiets vergeet je niet gauw meer.


Als we buiten komen mogen we onze camera ophalen, die hebben we van te voren moeten inleveren en gaan we naar het presidentiele paleis, en het huis waar Ho Chi Minh in heeft gewoond (als het goed is) in Hanoi. Daarna bezoeken we nog twee musea en pakken daarna onze tassen in voor de lange reis die in het vooruitzicht ligt van de volgende dag.

Vietnam was voor ons geen vakantiebestemming, wel een mooie reis. Het eenzijdige eten (kip/varken/rund met rijst), het troosteloze uitmelken van interessante plekken, de vaak onvriendelijke/onverschillige mensen en het inmiddels slechte weer breekt ons na vier weken op en we kijken uit naar een volgende bestemming. We kijken terug op een land met een schat aan cultuur, maar ook een land dat zijn natuur bijna helemaal heeft uitgeroeit. We hebben bijna geen dieren gezien (laat staan in het wild), terwijl er vijftig jaar geleden toch o.a. tijgers en beren in overvloed leefden - maar ook de gewone aziatische dieren zie je weinig.
Wat ons ook erg is bijgebleven is dat je gezien wordt als een wandelende portemonnee in plaats van een bezoeker. Het is prima om je geld in te leveren maar verder moet je niks vragen of verwachten. Een beetje Indonesische of Fillipijnse vriendelijkheid en trots zou het land een stuk aangenamer maken. Het was fantastisch om te zien maar ik twijfel eraan of we ooit nog terug komen. Op naar de prachtige natuur, de warmte, de vriendelijkheid en het vertrouwde gevoel dat we zeker te weten weer in Indonesie zullen ervaren. Sumatra here we come!

Reacties

Reacties

Jeannette

Nou lieverds, ik hoop dat het weer jullie geen parten meer zal spelen. Dat was wel afzien met kou en regen. Ik hoop ook dat de wonden van Marilyn genezen zijn?
Goede reis weer naar jullie nieuwe bestemming! Ik begrijp dat ik mijn lijst met jullie reeisprogramma wil in het ronde archief kan doen? J&J

Michiel

We hebben de kaart ( http://mirenmer.reismee.nl/kaart/ ) net bijgewerkt met ons nieuwe route. We doen vooral Sumatra en Borneo achterstevoren om de ticketprijzen te beperken :)

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!