Een paar dagen volledig ontspannen aan het kratermeer Danau Toba

's-Ochtends vroeg nog even de laatste spullen in de backpacks inpakken en dan staat onze rit naar het vliegveld van Padang al klaar. Als we anderhalf van de twee uur hebben afgelegd krijgen we een smsje op ons Indonesische telefefoonnummer van de vliegtuigmaatschappij waarmee we van Padang naar de stad Medan vliegen. Alleen helaas in het Indonesisch, we vragen de mensen in de auto of ze voor ons kunnen vertalen.
Maar ze beginnen alleen maar heel hard te lachen. We hebben een slecht voorgevoel dat onze vlucht vertraagd is (waarom dat zo grappig is blijft ons een raadsel) en vlak voordat we het vliegveld binnenrijden komt de chauffeur op het Engelse woord voor vertraging. Shoot, de vlucht heeft vier uur vertraging.

Het vliegveld heeft geen enkele faciliteiten om zes uur (we waren netjes 2 uur van te voren aanwezig) door te brengen dus nemen we een bus naar het centrum van Padang. Eerst naar het postkantoor om postzegels te kopen voor Mer's verzameling, maar helaas heeft het postkantoor maar een soort postzegels, heel raar.
We gaan vervolgens op zoek naar een supermarkt voor wat basisbenodigdheden zoals douchegel enzo, maar het grootste marktcomplex is gesloten. De aardbeving van eind 2009 heeft grote scheuren in de muren veroorzaakt, en het dak is helemaal ingestort. Het is best shockerend om de gevolgen te zien van zo'n sterke aardbeving, er zijn straten waar geen huis ongedeerd is gebleven. In veel panden zitten gigantische scheuren en sommige gebouwen, zoals een aantal grote hotels en een moskee zijn, zo erg ingezakt dat ze helemaal leeg staan.

Er is niet veel te doen in Padang, en we worden op straat overal nagejoeld, we verstaan er natuurlijk weinig van maar het voelt niet zo vriendelijk als Bukittinggi. We besluiten dus maar terug te gaan naar het vliegveld en daar te wachten. Echt jammer van de vertraging want we zouden rond een uur of drie in Medan aankomen zodat we de stad nog een beetje konden bekijken. Nu komen we pas om zeven uur aan, dus snellen we ons naar een Indonesische familie die aan huis een paar kamers verhuurd. Er is een stroomstoring in de wijk dus gooien we onze backpacks in een pikdonkere kamer en zoeken een leuk restaurant uit. Op straat worden we overal aangesproken, begroet en ondervraagd, we worden zelfs aangehouden door een man die ons zijn kerk en de naam van zijn bisschop geeft voor een goede kerkdienst. Je blijft als Westerling toch een beetje argwanend, maar iedereen wil alleen maar een praatje maken, met ons op de foto, ons de hand schudden of ons de weg wijzen.

Ons oog valt op Tiptop, een oud-koloniaal restaurant waar 'niets veranderd is in de tijd, behalve de prijzen'. Helemaal waar, we zitten tussen allerlei grote Indonesische families en het menu is bijna helemaal Nederlands; ijstaart, huzarensalade, bitterballen etc., en er is een Indonesische band die zowel bekende Westerse liedjes als Indonesische speelt.
De sfeer is bijna onbeschrijvelijk. We bestellen uiteraard heerlijk Indonesisch eten, maar Michiel neemt wel bitterballen als toetje (staat bij de desserts). Het ziet eruit als bitterballen, en is vers gemaakt, maar smaakt heel anders. Onze vriendelijke ober komt achter ons aan rennen als we het restaurant verlaten, hij heeft nog een cadeautje, twee ansichtkaarten van het restaurant van lang, lang geleden. Een tiptop avond bij restaurant Tiptop.

Als we terug komen op de kamer doet de electriciteit het weer en zien we de kamer pas goed, het is een vervallen kamer met dunne kartonnen wandjes. Maar we zijn zo moe dat we geen puf hebben om nog te gaan verhuizen, we gaan maar gauw slapen en worden nog positief verrast door de eigenaresse die ons ineens een ventilator komt brengen. Heerlijk, want het is niet te doen in die kleine kamer zonder verkoeling te slapen. 's-Ochtends willen we een simpel Indonesisch ontbijt bestellen, maar de eigenaresse heeft geen rijst en geen eieren, huh, een Indonsesiche familie die geen rijst in huis heeft? Waarschijnlijk vind ze het gewoon te vroeg om te koken, dus gaan we maar op weg naar het busstation.

Aan het eind van de straat stappen we op een minibusje naar het station, we passen er met een beetje proppen net in. In het busje zit een hele aardige mevrouw die net als ons naar Danau Toba (Toba-meer) gaat en ze wijst ons bij het busstation precies welke bus we moeten hebben. Na wat handen- en voetenwerk komen we erachter dat de bus een half uur later vertrekt, bij een stalletje besteld Michiel kip met sambal en rijst, en Mer een kop koffie, het is nog iets te vroeg voor heet Indonesische eten.
Het is natuurlijk een feest in het eetstalletje, iedereen begroet ons, maakt een praatje, vaak in het Indonesisch en we krijgen zelfs een concert van een buschauffeur die een oude saxofoon bij zich heeft. Hij heeft waarschijnlijk nog nooit een muziekinstrument in zijn handen gehad, maar hoe harder wij lachen hoe harder iedereen in het eetstalletje, inclusief de chauffeur, meelacht.

De bus is in een redelijk vervallen staat, maar we zien er wel avontuur in en de busrit duurt maar vijf uur. Nog geen twee uur later piepen we wel anders. De bus heeft geen airconditioning, zit propvol en achter ons zit een jongetje van nog geen jaar oud die ons uitermate interessant vind. Vooral Marilyn is helemaal fantastisch, Ruben staat op zijn moeders schoot en wil met zijn vingertjes haar overal aanraken en prikken. Iedere keer als je net een beetje wegdoezeld begint Ruben met ons te spelen en in ons nek te prikken of aan ons haren te zitten.
We zitten op een bankje waar drie Indonesiers oppassen, wij dus net met zijn tweeen. Maar al gauw moeten we opschuiven en komt er naast Mer nog een jongetje van een jaar of zeven te zitten. Eerst vind hij Mer doodeng, maar al gauw heeft ze Ruben in haar nek hangen en het, eerder bange jongetje, is tegen haar in slaap gevallen. Moeke Marilyn, op het heetste punt van de dag met twee kids.
En oh ja, we hebben ook nog een ongeluk onderweg, de chauffeur moet in een dorpje plots op zijn remmen staan en dan knalt er een auto achter op de bus. Iedereen is in rep en roer en stapt uit om het te bekijken, gelukkig is de politite vlak bij en kunen we een half uur later weer wegrijden. De schade aan de bus is minimaal, maar de stemming zit er wel helemaal in in de bus. Iedereen heeft natuurlijk zijn of haar mening en het ongeluk wordt uitgebreid besproken. We komen een half uur te vroeg aan in het stadje, of eigenlijk meer een dorp, aan het meer van Toba aan. Hier vertrekken veerboten naar een schiereiland in het midden van het meer, dat gevormd is nadat een gigantische krater duizenden jaren geleden is ontploft, met een piepklein dorpje Tuktuk. We zijn inmiddels doodmoe en zijn blij dat de boot maar een kwartiertje later gaat, tot die tijd worden we gezelschap gehouden door mensen die ons een kamer in Tuktuk willen verkopen, taxi ritten naar elke bestemming in Indonesie en tours bij volgende bestemmingen. We hebben een nieuwe taktiek, we zeggen dat we te moe zijn en later beslissen, als ze even hun telefoonnummer opschrijven dan bellen we later terug. Het werkt.

Als we naar de boot lopen komt er een groep Indonesische middelbare scholieren aangerend, of ze met ons op de foto mogen. Ok 1 dan, dat wordt uiteindelijk twee fotosessies, alle jongens en meisje samen met Michiel op de foto en ied ereen individueel en allemaal met Marilyn samen en individueel. Zelfs de schipper van de veerboot vind het grappig, want hij wacht geduldig tot de fotosessie klaar is voordat we vertrekken.


Op de boot zien we voor het eerst sinds dagen weer toeristen, het zijn er maar drie maar het voelt raar om weer rond westerlingen te zijn. Het hotel dat we hebben uitgekozen heeft nog kamers en blijkt een 'home away from home' voor gepensioneerde Nederlanders. Bij het ontbijt zit je aan tafel met mensen zoals Truus en Beb die luidkeels naar Nederland bellen op hun mobiele telefoon: 'Oh ja, het is hier eeeeenig, en zo goedkoop...' De bediening spreekt zelfs redelijk Nederlands, een beetje eng om 's ochtends vroeg bijvoorbeeld aangesproken te worden met; goedemorgen, lekker geslapen?
De budget kamers liggen aan de achterkant van het hotel, maar wel met uitzicht op het meer vanaf ons balkon waar twee oude luie stoelen staan. De eerste avond komen we er snel achter dat onze kamer al bewoont is, tussen het schuine dak en de muren heeft een poes een nest kittens geworpen. We worden om de paar uur wakker als de kittens honger hebben, en om hun moeder miauwen. Na veel gemiauw, en gekras van nageltjes op het hout van de muur komt mama uiteindelijk toch elke keer weer voeden. We proberen op allerlei manieren een glimps op te vangen van de kittens, maar helaas. Mama poes heeft ze erg goed verstopt, zo goed zelfs dat ze de laatste nacht ineens aan de andere kant van de kamer liggen.

Hoewel we al 2 maanden vakantie hebben, zijn we toch toe aan wat verveling. We zijn ook al 2 maanden non-stop op reis/doorreis en dat is toch best vermoeiend, mentaal gezien. En dus maken we er hier wat luie niksdoen-dagen van.

De eerste dag doen we weinig, een beetje lezen op het balkon en zwemmen in het heerlijk koele (30 graden Celcius) meer. Er zwemmen honderden vissen aan de rand en aan de oppervlakte, dus onze snorkels en duikbrillen (het enige van onze duikuitrusting dat mee is) komen goed van pas.

De tweede dag rijden we op de motor rond het eiland en bezoeken we heetwater-bronnen. De bevolking in deze regio heet de Batak, zijn christelijk en wonen voor het overgrote gedeelte nog in de oude traditioneele Sumatraanse huizen met puntdaken. En enkelen zelfs nog in huizen die helemaal van hout zijn. De Batak begraven hun doden in graven die er uit zien als miniversies van hun huizen. Echt prachtig, waar we kunnen nemen we foto's.

De dag erna nog een luierdag. We hebben inmiddels uitgevonden dat aan de andere kant van het hotel een soort strand is aangelegd met een duikplank, een stuk makkelijker om het meer in en uit te komen. En we proberen wat dingen te regelen voor onze duikbestemmingen in Indonesie en Borneo.
Het eiland is vrij duur door de Nederlandse toeristen, en het kriebelt om naar Bukit Lawang te gaan. Dit is een dorpje aan de rand van een groot nationaal park waar een heropvoedcentrum voor orang oetans is. Het schijnt er prachtig te zijn, en een bezoek hieraan staat al jaren hoog op Marilyn's verlanglijst.

De backpacks dus weer inpakken voor een lange (12 uur) durende reis naar West Sumatra.

Er zijn meer foto's.

Reacties

Reacties

Anne

Die Mer, ik zie je al zitten met die 2 kinderen in de bus :) Jeetje, jullie zijn idd al 2 maanden weg, wat gaat de tijd snel he?
Linde en ik volgen je blog goed hoor! Ik vind het echt bewonderendswaardig hoe jullie met alle dingen omgaan en hoe jullie dan evt. problemen weer oplossen!

Geniet nog lekker, veel liefs,

Anne (knuffel van Melissa)

p.s. a.s. zaterdag ga ik met Linde wat eten bij (hoe kan het ook anders) Le Connaisseur, we zullen een toost op je uitbrengen en de volgende keer dat we wat gaan eten ben je er gewoon weer gezellig bij :)

Danielle

Ik heb me suf gelachen om het verhaal met Mer en de 2 kinderen, kwamen de moeder gevoelens al beetje boven drijven? ;)

Klinkt in ieder geval heerlijk na al het gereis even beetje te relaxen :D

xx

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!