Groen, warm en vriendelijk Sumatra

De wekker gaat om vier uur 's nachts, de eerst lokale bus naar het vliegveld van Jakarta gaat om vijf uur en die willen we niet missen want een taxi naar het vliegveld kost ongeveer 11 euro, voor ons niet te betalen. De vlucht vertrekt met een beetje vertraging, en we zijn de enige westerlingen op de vlucht. We worden overal gevraagd of we ons niet vergissen en niet naar Bali moeten, nee we willen echt naar Padang!

Het vliegveld van Padang is piepklein, maar heeft wel een informatiebalie, waar we vragen waar de bus naar de stad stopt. We moeten eerst een uur naar Padang zelf, vanwaaruit bussen naar Bukittinggi vertrekken. Een klein stadje midden in de jungle met veel dagtripjes in buurt. Dat is nog een keer 2,5 uur rijden. De busprijzen naar Padang vallen ons erg tegen (later blijkt dat we de prijs verkeerd hebben verstaan), en terwijl we staan te twijfelen komt er een man op ons af die ons een directe rit naar Bukittinggi aanbied, het is niet duur en scheelt ons zeeen van tijd, dus gaan we erop in. We worden met een luxe auto opgehaald, en even later overgeheveld naar een andere auto en rijden met vier andere Indonesiers mee naar Bukittinggi.


De rit is prachtig, we rijden door bergen overwoekerd door jungle, langs verfrissende beekjes en beeldschone watervallen. Het is een landschap om van te dromen. We draaien de getinte ramen af en toe naar beneden om te kunnen genieten van de intense groene kleur van de rijstvelden. Er is geen groen zo groen als dat van de Indonesische rijstvelden, bijna verblindend en zo prachtig.

Na een overheerlijke lunch van Sate Ayam, Krupuk, en Nasi Goreng met ei lopen we door het kleine stadje, er hangen zware wolken rond de stad maar het is gelukkig droog. We lopen via een oud Nederlands fort (waar alleen nog de kanonnen van over zijn), een deprimerende dierentuin (wat een ramp, Mer loopt met tranen in haar ogen naar buiten) naar een panorama dek dat uitzicht biedt over een Canyon net buiten de stad.


Het is sprookjesachtig mooi, een rivier heeft door erosie een flinke Canyon dwars door steen gesleten en je kan aan twee kanten ver de Canyon inkijken. Bij het panorama dek heeft iemand zijn eten laten liggen, en we we kijken geamuseeerd toe hoe zwerfhonden, zwerfkatten en apen om het eten vechten. Gek genoeg wint de kat elke keer.

Overal worden we door mensen aangesproken voor een praatje, iedereen wil weten waar we vandaag komen, ons welkom heten in Indonesie/Sumatra en weten of we het naar ons zin hebben en hoe het met ons gaat. Jong, oud, man, vrouw overal is het handjes schudden een kletspraatje en we hebben nu al twee keer gehad dat mensen met ons op de foto willen. We voelen ons net een kermisattractie, maar iedereen is zo ontzettend vriendelijk dat we er alleen maar om kunnen lachen.

We worden bij een uitkijktoren door een paar oudere rokende en koffie-drinkende mannen eerst uitgenodigd voor koffie (we hebben al zoveel praatjes gemaakt dat we daar niet opin gaan) en er dan op gewezen dat we ergens in de jungle een trap afkunnen. Halfverwege lijkt de trap op te houden, en terwjil we terug lopen komt er een man aan met een lange staart vol met krullen. Rani zegt dat we niet zijn dorpje aan het eind van de trap moeten overslaan en daarna naar de Canyon moeten doorlopen omdat het daar erg mooi is.
De trap is oud en er zijn hele stukken weg, maar we hobbelen achter hem aan. Eenmaal bij zijn dorp aangekomen slaan we ergens de gifgroene rijstvelden in. Rani werkte ooit in de toeristenindustrie (o.a. voor Djoser) toen er 15 jaar geleden op Sumatra veel toerisme was, maar de aanslag op Bali, de tsunami en de aardbeving in Padang vorig jaar hebben er voor gezorgd dat er geen brood meer mee valt te verdienen. Hij maakt is nu timmerman en schoonmaker in een ziekenhuis.

Na de rijstvelden lopen we de jungle in waar overal wilde gibbons zitten, we lopen langs het water, langs een loopbrug van hout en touwen dat ons doet denken aan een Indiana Jones film, richting de Canyon. Onderweg verteld Rani over allerlei planten en beesten, inmiddels is wel duidelijk geworden dat hij ons de hele weg gaat begeleiden. Maar dat vinden we helemaal niet erg, we hadden het nooit zelf gevonden en Rani weet ontzettend veel te vertellen over de omgeving.

Uiteindelijk duurt de trek drie uur en neemt hij ons mee door de Canyon, het is een surrieel landschap. Er is helemaal niemand, en de we lopen grote delen over het rivierbed, waar in de regentijd het water tot 1,5 meter zal stijgen. De wanden om ons heen zijn een meter of 60 hoog met tot aan de rand dikke jungle. We grappen dat het ons niet zou verbazen als er ineens een dinosaurus uit de vallei zou komen lopen.


Rani laat ons op blote voeten op meerdere plekken de river oversteken om ons in mimosa-bomen neushoornkevers te laat zien. We hebben geluk, het is het broedseizoen en de bomen zitten er vol mee. Via een kudde wilde buffels leidt hij ons verder de Canyon in naar een punt waar honderden grote bruine hondvleermuizen in de bomen zitten. We lopen langs watervallen, zien Macaque apen in de bomen, vlinders in alle kleuren van de regenboog en we lopen uiteindelijk via een dorpje weer terug naar het panorama punt.

We hebben nog nooit zo'n mooie trek gedaan. Wow onze eerste dag in Sumatra en we zijn opnieuw verliefd geworden op Indonesie. Het weer, de mensen, het eten, de natuur, het is zo fantastisch, we voelen ons weer helemaal thuis deze derde keer in Indonesie. Dit is alles wat we in Vietnam miste.

Afgepeigerd lopen we terug naar ons hotel. We zijn compleet bezweet van het laatste stukje steil de berg (60 meter bijna recht omhoog) op en gaan eerst douchen. Na 10 minuten komt het beloofde warme water en voelen onze spieren weer herstellen. Het avondeten (Sate Ayam, Gado Gado, Beef Rendang en 2 welverdiende biertjes) smaakt weer geweldig. Het is eenvoudig maar zoooo lekker. We kijken door onze foto's heen en verlaten met een volle buik het restaurant.

Bij het ontbijt krijgen we een hoop tours voorgesteld door Ronnie, de eigenaar van het hotel (meer een guesthouse want de badkamer en kamer zijn redelijk vies een erg eenvoudig), maar we willen eigenlijk zelf gaan rondkijken. Helaas heb je wel een rijbewijs nodig in Indonesie, dus we twijfelen even of we wel een motor gaan huren hier. Uiteindelijk kunnen we van het verschil tussen de huur en een tour makkelijk een boete betalen en gaan ervoor. Want Ronnie geeft ook aan dat het belangrijker is dat we goed kunnen rijden. We gaan naar Harau, een vlek op de kaart 55 kilometer verderop.

De rit verloopt zonder problemen, op een klein buitje na. Het verkeer is een oase van rust na Vietnam - mensen geven voorrang, rijden in hun baanvak, toeteren niet en gebruiken hun richtingaanwijzers. Wel is het links rijden wennen, maar na een uurtje rijdt Michiel niet meer op de verkeerde weghelft als we bij een kruising wegrijden.

Harau is een dorpje dat ligt in een vallei van kliffen van zo'n 100 meter hoog. Er kan geklommen worden maar die hobby staat nog niet op ons lijstje. We rijden, beter gezegd: sjokken door de valei en genieten van de rust, het uitzicht en de natuur. Als we even stilstaan zien we rijstvelden, het plattelandsleven, een waterval, we horen apen tekeergaan en zijn helemaal alleen. We realiseren ons dat we sowieso geen toerist hebben gezien sinds we Bukittinggi zijn uitgereden - en ook in Bukittinggi zelf zijn er erg weinig. Waarom er niemand is is ons een raadsel, want Bali en Java hebben met dezelfde problemen te maken gehad als Sumatra, en daar is het wel druk.

Aan het eind van de valei is er een andere waterval waar kinderen zwemmen. Ooit was het hier vol met toeristen, nu is er niemand. We lopen naar het vervallen uitkijkpunt (de trap wordt nog steeds onderhouden, maar voor wie?) en besluiten dat we toch geen puf hebben om te zwemmen met 25 kinderen om ons heen.

Aangezien we tijd zat hebben gaan we naar Belimbing, een dorp waar nog 300 jaar oude traditionele huizen met puntdaken staan. In een stadje waar we richting moeten vragen is er weer wat leven maar daarna is het weer rustig. Vreemd genoeg rijdt er iemand een dikke 10 minuten enkele meters achter ons. We rijden welliswaar precies de maximumsnelheid maar dit is wel erg apart, haast bumperkleven op de motor. Als we vaart minderen voor een scherpe bocht horen we 'Hey Mister!'. We snappen eerst niet wat de jongen zegt, maar dan laat hij zijn telefoon zien. Ja hoor, we mogen weer op de foto! Of we mee willen rijden naar waar de foto gemaakt gaat worden. Ach, we zijn met z'n tweeen en rijden achter hem aan. Na pakweg een kilometer stoppen we voor rijstvelden en begint de fotosessie. Eerst Michiel, daarna Marilyn. Hij spreekt geen Engels, maar we komen wel achter zijn naam Raymond. Hij is zo blij als een kind, en voor wat hoort wat, dus we vragen hoe we verder naar Belimbing moeten rijden.
Dat kan hij niet uitleggen, maar wel dat we hem moeten volgen. Hij rijdt voor ons uit en steekt na een 2 kilometer een nietszeggen straatje in - daar staat een vervallen poort voor Belimbing. Dat hadden we nooit in 1x gevonden. Hij rijdt ons door het dorpje naar 1 van de traditionele huizen en zegt gedag.

We denken de weg nu wel te weten en rijden langzaam door het dorpje achterom om daar een andere weg terug te nemen voor de variatie. Dat blijkt snel een zandweg en erger te worden dus keren we om. Als we stoppen voor nog meer foto's van een traditioneel huis komt er een man op ons af. Hij is benieuwd wat we in vredesnaam aan het doen zijn, en als Michiel naar een bomen met een ei-vormige peren staat te kijken komt hij meteen met de vruchten aanzetten. 'Manis', oftewel zoet. We proeven en het is best lekker; een kruizing tussen een peer en een aardappel. Na een demonstratie hoe deze uit de achter ons staande boom worden geplukt en gepraat met handen en voeten krijgen we extra vruchten in onze handen gedrukt en rijden we er vandoor.

Op de terugweg naar het hotel maken we een fout en rijden een lange weg via haarspeldbochten naar beneden. Daar aangekomen komen we in de avondspits en worden af en toe misselijk van de zwarte wolken die uit de zware vrachtwagens komt. Terug bij het hotel, vlak voor donker, gaan we eten waar we gister hebben gegeten. Michiel's masseur die vanochtend besteld is komt rond 8 uur dus we eten op tijd en Marilyn blijft in het restaurant achter om wat tickets etc. te zoeken en met Danielle te kletsen op 1 van de compuetrs daar. De masseur komt natuurlijk 3 kwartier te laat, maar hij doet het wel goed. Ontspannen gaan we slapen - morgen gaan we naar het meer Maninjau.

Het ontbijt van het hotel is eenvoudig - thee of koffie en een dubbele getoastide witte boterham met jam in een servet. Je moet nog snel zijn, want de servet plakt natuurlijk meteen aan de warme beboterde boterham. Vandaag willen we naar het meer Maninjau, maar het regent. Na een uurtje aanzien gaat het niet meer lukken vandaag en gaan we een dagje niksdoen. We regelen een hoop tickets naar Borneo en de Filippijnen, hangen wat en eten eens ergens anders voor de verandering. De eigenaar kent wat Nederlandse zinnetjes, en gooit die om de haverklap eruit. Maar 'helaas pindakaas' (wat ook op zijn t-shirt staat) is niet de juiste opmerking als je het eten serveert lijkt ons zo.

Na wederom hetzelfde ontbijt (de vraag is niet wat je voor ontbijt wil, maar of je koffie of thee wil) is het een mooie dag en huren we wederom de motor. De rit naar Maninjau is met 38 kilometer een stuk korter dan de vorige keer maar wel dwars door de bergen. 1 daarvan heeft een afdaling met 44 haarspeldbochten en dat zou nog wel eens wat tijd kunnen kosten. Daarvoor zijn er echter al zat haarspeldbochten en we gokken er ruim honderd te hebben gedaan als we terug zijn. Genoeg oefening in ieder geval, maar een half-automaat motor schakelt moeizaam als je geen gas op de motor houdt, wat je nou net niet wil als je een bocht naar boven gaat maken.

Het uitzicht op het meer wat eigenlijk een met water gevulde krater is, is prachtig bovenaan, waar een panorama punt is. Natuurlijk hebben we meteen weer allerlei fans, een een 17-jarige jongen blijft ons maar achtervolgen omdat hij zijn Engels wil oefenen. Na met wat mensen bij winkeltjes te hebben staan praten geeft Michiel toe en krijgt ook de jongen volledig zijn aandacht. Daarna beginnen we aan de afdaling.

We rijden de 60 kilometer rond het meer en vinden nergens een (rustig) plekje voor de geplande picknick. De oever van het meer is volgebouwd met simpele huisjes en visboederijen. Omdat de mensen hier streng Islamistisch zijn ga je niet zomaar bij iemand in de tuin zitten in je bikini/zwembroek. Het is bloedheet en we moeten na zo'n 20 kilometer stoppen in de schaduw omdat we zelfs met 60 km/uur ons kapot zweten en factor 50 zonnebrandcreme niet genoeg is om ons armen te beschermen tegen de zon.

Na ruim 40 kilometer vinden we nog geen plekje en vragen ons af of het gaat lukken. Een landslide door de laatste aardbeving biedt echter uitkomst. Een stroompje vanuit de jungle is veranderd in een soort strandje en we gaan in de schaduw zitten aan het meer. Hier krioelt het ook van het leven (libelles, vlinders, hagedissen, vogels, vissen, mieren, ...). Het is heerlijk stil, er is geen mens te bekennen en de picknick lukt toch nog.

We zwemmen nog even in het 32 graden warme meer (waterwaterbronnen in de krater warmen het water) waarna we de laatste kilometers afleggen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan; aan deze kant van het meer kan je geen 500 meter rijden zonder dat de weg is opgebroken door aardverschuivingen. Er zijn tientallen huizen vernield en hele stukken jungle weggevaagd. Na vele onderbrekingen komen we bij ons beginpunt en rijden de 44 bochten weer terug naar boven.

Vandaag precies twaalf jaar geleden hebben we elkaar ontmoet, in Nederland staan we daar altijd bij stil door gezellig uit eten te gaan maar hier in Bukittinggi zijn vooral cafe's. Uiteindelijk gaan we eten bij het luxueuse restaurant dat we kunnen vinden, de Pizzahut. Lekker voor een keer! Als we het restaurant uitkomen regent het pijpestelen, ofwel een Indonesische moessonbui. Michiel koopt bij een winkeltje aan de overkant een paraplu en we lopen romantisch saampjes onder de paraplu terug naar ons hotel.

Er zijn nog meer foto's.

Reacties

Reacties

Jozef

Gefeliciteerd met 12 jaar! Aan de foto's en verhalen te zien geen slechte plek om het te vieren.

Michiel

Hey Jozef,

Bedankt! Het is hier zeker mooi, inmiddels zijn we bij het Toba meer, en hier is het lekker koel en wederom mooi :)

Nancy

Hallo reizigers,
Wat heerlijk om jullie reisverhalen te lezen en jullie foto's te zien, zo veel herkenning!!! Een jaar of vijf geleden zijn wij ook in Indonesie geweest, oa ook in Bukkittingi en op TukTuk in het Tobameer. Wat je zegt, een geweldig land! Geniet nog van jullie reis, dan kan ik nog af en toe genieten van jullie verhalen!!

Danielle

Wat lief: jullie 12-jarig samen zijn vieren op reis, in de moeson, onder de paraplu. Daar zullen jullie volgend jaar, en de komende 50 jaar, vast nog vaak aan terug denken!!

Danielle

Overigens, wat een mooie van een een joepie :D was 'ie groot?

Jet

Het ziet er echt prachtig uit allemaal, wat een reis. Leuk dat jullie ons zo meevoeren in de sfeer en de prachtige foto's ondersteunen dat.

Geniet er verder nog van!

Liefs Jet

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!