Rode duinen in Mui Ne

Aangezien de drukte van Saigon (en het de godganse dag horen van 'Happy New Year' van Abba) behoorlijk vermoeiend is gaan we door naar Mui Ne, alhoewel de stad echt heel leuk was. De bus vertrekt zoals altijd vroeg in de ochtend, en we zijn ruim op tijd. Na 6 uur rijden komen we in Mui Ne aan, en zoals inmiddels wel gewend zijn moeten we een slaapplaats zoeken. We zijn echter niet de enige - de straat (ca. 10 km. langs het strand, ene kant guesthouses, andere restaurants) wemelt van de backpackers die een slaapplaats zoeken. We besluiten te gaan lopen en vragen her en der wat het mag kosten, maar alles is ver buiten budget (of te duur voor wat ze bieden) of vol. Uiteindelijk pakken we een taxi naar het eind van de straat naar een guesthouse uit onze reisgids. Ze hebben plek, voor $12 (2 boven budget), op het strand met slechts 1 buur. We zeggen meteen toe en sleuren onze backpacks naar binnen. We kleden ons snel om en springen de zee in, meters van het huisje af. Top!

De rest van de middag en avond hangen we wat op het strand en eten 's avonds bij een restaurant - met name Michiel's eten, een gebarbequede red snapper is heerlijk.

De volgende dag huren we meteen een brommer want het is veel te ver lopen over de strip langs het strand. We rijden naar het dorp Mui Ne zelf (het populaire strand ligt er vlak voor), en vragen ons af hoeveel vis de daar gelegen bootjes wel niet vangen en vervolgen onze weg naar de rode zandduinen waar Mui Ne bekend om staat.


We zien ze, en ook de hordes mensen aldaar en rijden door langs de kust. We hebben echter maar 1 liter benzine en de benzinemeter doet het niet. Better safe than sorry, dus keren we terug na een tiental kilometers. Bij de zandduinen is het rustiger en klimmen we naar boven. Het is toch wel erg mooi!
Na een waardeloze lunch (de gebarbequude kip blijkt meer uit botjes te bestaan dan vlees) zoeken we de Fairy Stream, een stroompje met prachtige zandduinen aan de ene kant en een groene oase aan de andere kant). We zoeken ons wezenloos maar vinden hem niet, en we besluiten morgen met aanwijzingen opnieuw te zoeken. Het helpt niet dat we nog geen Vietnamees hebben ontmoet die Engels spreekt. Zelfs gidsen, guesthouse of restaurant personeel dat zegt dat ze Engels spreken zijn niet te verstaan.

We besluiten de volgende dag eerst naar de berg Ta cu te rijden, waar een tempel met enorm buddha beeld staat met een kabelbaan als middel van transport. Eerst tanken, en dan rijden we de ca 30 kilometer naar de berg. Het verkeer in Vietnam is vreselijk vermoeiend. De verkeersborden kloppen niet (u heeft voorrang op de weg van links, en vervolgens komt het verkeer van rechts...), iedereen toetert continue, en men rijdt waar men wil (maar vooral niet in het baanvak of in de juiste richting), en je oet continue flinke putten in de weg ontwijken. Dit is in de meeste aziatische landen waar wij geweest zijn niet anders, maar het is hier zo mogelijk nog veel vermoeiender.
De laatste guesthouses laten we achter ons en we glibberen over de weg heen - ja hoor, een lekke band. Nummer 3 deze vakantie. Met wat moeite vinden we een motorshop en die haalt een flinke spijker uit de achterband.

We gaan weer op pad (rijden nu heel voorzichtig op de bewuste plek) en het gaat voorspoedig.
Bij een tankstation tanken we er nog 2 liter bij en na 3 kilometer zijn we er. Het is er verlaten en we besluiten eerst even te lunchen. Er is geen menu en de bediening kent geen engels - en dus bestellen we maar Pho Bo (noedelsoep met rund) want dat kunnen we in vloeiend Vietnamees uitspreken ;)
Het smaakt goed en we gaan naar binnen. De kabelbaan ziet er goed uit en we gaan naar boven (na ons kabelbaan-horror-fiasco op Langkawi, Maleisie, waren we bang dat dit ons niet zo bevallen). Het is een rustige rit en een prachtig uitzicht.


We klimmen het laatste stukje omhoog op de trap, en boven is het prachtig. Rustig, mooie beelden en stil.
De omgeving staat er om bekend om veel drragonfruit; grote roze vruchten te grote van een grapefruit, met een witte binnenkant van vruchtvlees dat naar een mix van kiwi en grapefruit smaakt. Op de terugweg kopen we bij een stalletje aan de kant van de weg twee vruchten. Het smaakt heerlijk, we schieten wat foto's en rijden terug naar Mui Ne.

Daar besluiten we dat het te laat is om de fairy stream nog te gaan zoeken en dat we ook daar niet nog een dag voor gaan blijven. We kopen buskaartjes naar de volgende bestemming (Dalat) en rijden terug naar het guesthouse.

Reacties

Reacties

Danielle

Mooi hoor, die rode zandduinen. Doet me beetje aan Saudi denken (behalve al het groen er achter ;) )

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!